Als je vrij bent is het heerlijk wanneer de zon uitbundig schijnt. Maar op je werk kan het dan zo warm en vochtig zijn, dat het tempo flink omlaag gaat. Maar hoe warm mag het eigenlijk zijn op het werk? Hoewel we in Nederland alles graag tot achter de komma regelen, bestaan er geen wettelijke grenswaarden over hitte op de werkplek. Wel zijn indicaties te geven over hoe warm het mag zijn, voordat hittestress toeslaat.
Het is deze dagen zonnig en (zeer) warm. Voor werk in kantoren en kleine werklocaties bestaan er algemene regels om te bepalen of de temperatuur niet te hoog is voor de werkzaamheden die worden verricht. Deze regels liggen niet vast in de wet en zijn dus geen officiële grenswaarden.
Wanneer is het te warm op het werk?
- In de zomer is de ideale temperatuur tussen de 23 en 26˚C.
- Bij temperaturen boven de 26˚C is er sprake van een extra lichamelijke belasting en moeten maatregelen worden overwogen
- Voor licht fysiek kantoorwerk geldt een maximum van 28˚C
- Voor intensief lichamelijk inspannend werk geldt een maximum van 26˚C, maar dan moet er wel een duidelijk voelbare luchtstroom zijn. Zonder voelbare luchtstroom mag het niet warmer zijn dan 25˚C.
- Voor zeer lichamelijk inspannend werk geldt een maximum van 25˚C, mits er een voelbare luchtstroom is. Anders mag het niet warmer dan 23˚C zijn.
Rekening houden met meer factoren
Niet alleen de omgevingstemperatuur bepaalt of we het warm hebben, maar ook:
- de relatieve luchtvochtigheid,
- de luchtsnelheid,
- de warmtestraling,
- de kleding en
- de fysieke inspanning.
Hoe hoger de relatieve luchtvochtigheid, hoe minder makkelijk ons zweet verdampt, waardoor de koelende werking van het verdampen tekortschiet. Maar ook de mate van inspanning is bepalend. Zo zal iemand met een zittend beroep het minder snel warm krijgen dan iemand die zware lichamelijke arbeid verricht. Doordat al deze factoren een rol spelen is het lastig vooraf vast te stellen onder welke omstandigheden de warmte omslaat naar hittestress voor een werknemer.